Wat kunnen we leren van initiatief en samenwerking in Rotterdamse wijken in tijden van corona voor een meer weerbare stad? Dat was de vraag die centraal stond tijdens de workshop op donderdag 11 februari 2021. Veldacademie heeft van april tot en met juli 2020 onderzoek gedaan naar veerkracht in de Rotterdamse wijken Bospolder-Tussendijken (BoTu) in coronatijd. De resultaten van dit onderzoek werden tijdens de workshop gedeeld met beleidsmakers, wijkwerkers en initiatiefnemers uit verschillende Rotterdamse wijken. Gezamenlijk reflecteerden de deelnemers tijdens de workshop op deze bevindingen. Wat is er nodig om snel en doeltreffend te handelen bij een volgende crisis? En wat is de rol van de overheid?
De workshop werd ingeleid met de woorden van een ondernemer uit Bospolder-Tussendijken: “De overheid heeft een zorgfunctie en moet in tijden van nood opstaan. Als er brand is, komt de brandweer. Bij diefstal komt de politie. Bij een crisis, verwacht ik de overheid aan de deur.” In hoeverre heeft de lokale overheid aan deze verwachting voldaan? En wat is er nodig om responsiviteit en samenwerking te vergroten voor een mogelijke toekomstige crisissituatie?
In drie gespreksrondes reflecteerden de deelnemers van de workshop op deze vragen. Onderzoekers Marthe van Gils en Eschwin Loos leidde de gespreksrondes in door bevindingen van het onderzoek naar veerkracht van BoTu in coronatijd te delen. Daarnaast werden de resultaten besproken van een peiling die onder de deelnemers was afgenomen. Komen de bevindingen van het onderzoek in BoTu overeen met ervaringen uit andere wijken?
Verbinding en vertrouwen
Uit het onderzoek van Veldacademie blijkt dat bestaande netwerken en samenwerkingen belangrijk zijn om snel te kunnen handelen in een crisissituatie. Deze observatie wordt breed gedeeld onder de deelnemers. Zo stelt Marleen ten Vergert, wijkmanager van BoTu: “Hoe sterker het netwerk, hoe sterker de veerkracht van de wijk.” Bestaande netwerken en actieve sleutelfiguren zijn tijdens de crisis essentieel gebleken. Door het activeren van deze netwerken zijn in Bospolder-Tussendijken in de eerste weken van de coronacrisis direct initiatieven ontstaan om wijkbewoners te ondersteunen.
Maar het bestaan van netwerken op zich is niet genoeg. “De inhoud van het netwerk is belangrijk, niet alleen de lijntjes op zich”, aldus Xenia Heemskerk wijknetwerker Bloemhof. Deze inhoud bestaat onder meer uit vertrouwen. In tijden van crisis is er geen tijd om uitgebreid na te denken, wederzijds vertrouwen is daarom belangrijk om snel te kunnen handelen. Vertrouwen ontstaat in eerdere samenwerking. Ook voor het zichtbaar maken van hulpvragen is vertrouwen essentieel, benadrukt Nasra Djorai, wijkmanager van de Afrikaanderwijk. Hoe kunnen we deze functie van het netwerk versterken? “De kracht is continu bereikbaar zijn”, aldus Djorai.
Snelheid door traagheid
Het opbouwen van netwerken vergt duurzame investeringen en waarborging van vaste ankerpunten. Beitske Boonstra, onderzoeker aan de Erasmus Universiteit, legt uit: “voor snel handelen is juist ook traagheid nodig, het langdurig opbouwen van netwerken.” Netwerkvorming kost tijd en om de continuïteit van deze netwerken te waarborgen is het van belang dat sleutelfiguren langdurig een positie in de wijk behouden. Het formele en informele netwerk van wijkwerkers kunnen elkaar hierin ondersteunen. Daarnaast beamen verschillende deelnemers dat het belangrijk is om nieuwe bewoners te binden aan het netwerk en vaste ankerpunten te ontwikkelen in de wijk, zowel personen als locaties. “Het gaat er uiteindelijk niet alleen om dat iedereen elkaar kent, men moet elkaar kunnen vinden en bereid zijn te helpen”, aldus Djorai.
Persoonlijke betrokkenheid van het gebiedsteam bij de wijk kan de netwerkvorming bevorderen, maar brengt ook complexiteit met zich mee. Zo vertelt een van de deelnemers dat haar positie van zowel wijkwerker als bewoner soms tot moeilijke situaties kan leiden. Deze ‘dubbele pet’ staat haar soms in de weg en roept vragen op vanuit haar organisatie. Hoe kun je integer handelen wanneer je ook als bezorgde bewoner betrokken bent bij de wijk? Deniz Yilmaz, lid van bewonersadviesraad BoTu12, stelt het maatschappelijke belang voorop. “Dubbele petten dragen is juist goed. Het maakt niet uit welke pet je draagt, je moet iets voor het maatschappelijk belang doen.”
Rol van de overheid
Op de vraag welke rol de overheid op wijkniveau moet innemen klinkt geen eenduidig antwoord. Verschillen in wijkcontext komen in de discussie naar voren. Desondanks zijn de meeste deelnemers het erover eens dat de gemeente zowel een belangrijke trekkende als faciliterende rol heeft. Enerzijds hebben buurtbewoners in een crisissituatie behoefte aan leiderschap en een bekend figuur in de wijk waar men met vragen terecht kan. Ook het zichtbaar maken en verbinden van verschillende organisaties en initiatieven uit de wijk is hierbij van belang. Zo kunnen de onderdelen van het wijknetwerk elkaar vinden in tijden van nood. Dan blijkt vooral de functie van het gebiedsteam belangrijk. Anderzijds, zit er vaak veel energie in het wijknetwerk zelf, zo stelt Heemskerk: “leiderschap is ook kijken hoe sterk iedereen zelf is en wat ze zelf aan kunnen.”
Ondanks een groot aantal initiatieven blijkt uit het onderzoek dat het moeilijk is alle lagen van de wijk te bereiken. Yilmaz benadrukt het belang van een fijnmazig netwerk in de wijk. Dit is volgens haar altijd belangrijk, niet alleen in crisissituaties. Ten Vergert beaamt: “Je bent nooit klaar. Je moet altijd op zoek blijven naar mensen die je nu mist. Maar dit kun je niet alleen, wij zijn als overheid maar een klein radartje in het netwerk.”
Spin in het web
De ochtend werd afgesloten met een analyse van Hans Hazenak waarbij de zelfbenoemde ‘urbanosoof’ zijn kijk deelt op de bevindingen. Het gaat volgens hem vooral over het ondersteunen en verbinden van netwerken. Maar wat is de plaats van de overheid in deze netwerken? Is de overheid dé spin in het web? Nee, stelt hij. “Er is niet één spin in het web, er zijn er heel veel”. Samenwerking en continuïteit zijn daarom essentieel. De rol van wijkmanagers als “schakel tussen het overheidsapparaat en de bewoners in de wijk” moet volgens hem niet worden onderschat. De unieke context van een wijk is daarbij van belang. Hazenak adviseert: “Hoe je de rol van de overheid invult is afhankelijk van de situatie, soms is er behoefte aan leiding en soms aan faciliteren. Neem daar als overheid ook de ruimte voor”. Arnoud Molenaar, verantwoordelijk voor de resillience strategie van Rotterdam, vult aan. Het gaat niet alleen om het stimuleren van weerbaarheid in tijden van crisis. Minstens zo belangrijk is samen leren en beter worden. “Ik denk dat we daar nu mee op de goede weg zijn”, aldus Molenaar.