Nieuws

Stadskas als sociale katalysator

De wijk Oud-Charlois in Rotterdam Zuid behoorde jarenlang tot één de Vogelaarwijken. In het studentenontwerp van Bas Lewerissa voor het gebied van de Charloisse tuinen wordt ingezet op de al bestaande sterke elementen van de buurt, waarbij een nieuw te bouwen Stadskas als katalysator van sociale, educatieve en economische activiteiten moet gaan functioneren. Gelijktijdig wordt concreet ingespeeld op de actuele opgave rondom het braakliggende Vestia terrein langs de Voornse Vliet, door de toevoeging van nieuwe woningtypologieën.

Maquette Bas

 Woningdifferentiatie.

De wijk wordt gekenmerkt door een eenzijdige woningvoorraad bestaande uit voornamelijk appartementen van gemiddeld 75m2 uit de eerste helft van de vorige eeuw. Wat betreft grootte en typologie ontbreekt de schakel van de eengezinswoning met een woningoppervlakte van tussen de 100-120m2. Het gevolg hiervan is dat bewoners die het sociaal en economisch kapitaal vertegenwoordigen in , de wijk verlaten en zich vestigen in de omringende gemeenten als Barendregt en Ridderkerk.

 Speeltuin en Stadskas.

Door de huidige bewoners centraal te stellen, waarbij ‘place attachment’ (binding met de wijk) het doel is, is het uitgangspunt voor het ontwerp een functie met toegevoegde waarde in de huidige wijk te realiseren. Dit betekent dat het ontwerp van de ruimte gericht dient te zijn op buurtfuncties die laagdrempelig zijn op sociaal, economisch en fysiek gebied.Een functie die al sterk verankerd is in de wijk/buurt van het plangebied is die van de speeltuin. Tweederde van de speeltuinen zijn ontmoetingsplekken voor buurtbewoners in de wijk en organiseren ook andere activiteiten. De speeltuinvereniging is een laagdrempelige activiteit, waarbij de graad van organisatie dusdanig is, dat er geen barrières zijn voor personen in de doelgroep om lid te worden.

Om deze duurzame relaties in de wijk te faciliteren is de functie van de speeltuin versterkt met een nieuwe functie in de vorm van een ‘Stadskas’; een multifunctioneel gebouw wat het brandpunt dient te worden op het gebied van sociale, educatieve (drie bestaande scholen),  recreatieve  (moestuin) en commerciële activiteiten. De kas, groentetuin, speeltuin kunnen fungeren als parochiaal domein, waarin de besloten leefwereld van de woning zich kan uitstrekken in het semipublieke domein, waardoor de leefwerelden van verschillende groepen die sociaal gezien vaak gescheiden zijn ruimtelijk door elkaar lopen. Ze maken gebruik van dezelfde ruimte om hun dagelijks leven te organiseren. Doordat er een sociale, ecologische, educatieve en ruimtelijke context in het plangebied ontstaat, met ook koppelingen buiten de wijk is de kans op succes groter en het geheel minder kwetsbaar indien één van de afzonderlijke elementen weg zou vallen.

 Sociaal en fysiek fundament

Jongeren zien (via een educatief programma op school) weer waar hun eten vandaan komt en leren zich op andere en gezondere manieren te vermaken dan nu vaak het geval is. Jongeren kunnen op educatieve wijze in aanraking komen met commerciële activiteiten (verkoop van de waar bij de lokale groenteboer of het restaurant van de Stadskas). Gebruikers van de groentetuin komen in aanraking met lichamelijke werkzaamheden wat mensen met een zittend beroep ten goede komt. Mits de grond goed is gecontroleerd is de oogst van de Buurtmoestuin gezond. Er worden geen chemicaliën gespoten en er komt geen voedingsindustrie aan te pas. Op het gebied van duurzaamheid ontstaan lokaal kort- en lang cyclische processen, waarmee ook direct ontwerptechnische koppelingen zijn gemaakt zoals waterretentie en waterberging, het gebruik van duurzame materialen en de toepassing van verticale tuinen.

 Economisch model en beheer.

De vraag is waarom in wijken, waarin de sociale en fysieke binding met de wijk al onder druk staat bewoners zich tijd, moeite en inzet zouden getroosten in de openbare ruimte. Met andere woorden: what’s in it for me? Woningbouw verenigingen zouden kunnen kijken naar nieuwe vormen van contracten met hun klanten. Niet langer puur huur voor gebruik van de woning en een deel energiekosten, maar een meer flexibeler systeem, waarbij de huurder bij het nemen van verantwoordelijkheden ten aanzien van de woningen en collectieve ruimte een restitutie op de huur zou kunnen verdienen. Dit kan bijvoorbeeld, doordat de huurder een deel van het onderhoud van de woning op zich neemt, verantwoordelijkheid krijgt over het toezicht en onderhoud van de collectieve ruimte van de woningen of zich voor korte of langere tijd committeert aan gebruik en onderhoud van de collectieve tuin. In het plangebied zou een overkoepelende VVE werkzaam kunnen zijn op het gebied van beheer van de collectieve ruimte en een specifieke vereniging voor het beheer van de speeltuin en de daarin ondergebrachte functies zoals, zaalverhuur etc. Commerciële functies als horeca kunnen dan via een erfpachtsysteem gekoppeld worden aan de speeltuin. De vereniging blijft wel eigenaar van de grond, er kan echter wel een horeca voorziening worden gestart en gebouwd. Op deze wijze kunnen woningbouwcorporaties op een andere manier, zonder afhankelijk te zijn van inzet op basis van vrijwilligheid, een zeker commitment van hun bewoners verwachten. Tevens kunnen de corporaties de kosten van collectief beheer en onderhoud reduceren, waardoor één van de oorzaken van de geleidelijke verslechtering van het directe rendement uit de woningexploitatie kan worden beheerst. Het verrichten van fysieke activiteiten in de wijk zoals onderhoud aan collectieve bouwdelen, of gemeenschappelijk groen geeft aan de kopers van de woningen van de wijk de mogelijkheid om een reductie te krijgen op de VVE bijdrage. Op deze wijze kan er een win win situatie ontstaan voor bewoners, corporatie en gemeente.