Dinsdag 9 mei 2017 vond de werkbijeenkomst Fieldlab Social Resilience Rotterdam 2017-2020 plaats in ons gebouw aan de Waalhaven. In dit verslag vind je een samenvatting van de middag en de vervolgstappen die nu worden gezet.
Een reeks van gebeurtenissen heeft er toe geleid dat Veldacademie en AIR begin 2017 het initiatief hebben genomen tot een meerjarig Fieldlab Social Resilience. Voorafgaand hieraan werd al eerder samengewerkt, waaronder op het Stadmakerscongres 2016. Hier spiegelden we met diverse praktijkexperts de bevindingen uit ons Fieldlab Social Resilience New York City aan de Rotterdamse situatie. Op de werkbijeenkomst van 9 mei nodigden we diezelfde praktijkexperts en andere betrokkenen weer uit om het Fieldlab Social Resilience Rotterdam een stap verder te brengen.
We verbinden het Fieldlab Social Resilience Rotterdam aan het Atelier Rotterdam van de Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam. Toen de IABR in 2003 werd opgericht lag de focus vooral op het tentoonstellen van bijzondere architectonische projecten. Nu wordt de biënnale ingezet als podium om de grote opgaven waar we voor staan aan te kaarten en samen met verschillende partijen te ontwerpen aan de toekomst. Want deze toekomst zal erg verschillen met vandaag de dag. Denk aan energiegebruik, werk, onderwijs, wonen en sociale verhoudingen. Ofwel een veranderende maatschappij als geheel. Het is een uitdaging om de toekomst niet te zien als iets dat minder is dan het heden, maar als iets dat kwaliteit heeft. En daar moeten we ons de komende jaren hard voor inzetten met elkaar.
IABR ateliermeester Joachim Declerck legt uit: in het Atelier Rotterdam wordt de energietransitie in het Merwe Vierhavengebied (en omliggende wijken) onderzocht. Nu zit energie veelal nog onder de grond, maar dit zal gaan veranderen. Het wordt zichtbaar in de stad en zal daarmee invloed hebben op de manier waarop we wonen, werken en vervoeren. Dit maakt dat de energietransitie ook een sociaal vraagstuk is. Een vraagstuk dat opgenomen moet worden in de stadsontwikkeling om een grote omslag te kunnen maken. Daarbij wordt er door een aantal aanwezigen onderstreept dat er absoluut niet vanuit maakbaarheid gedacht moet worden. Het idee dat er een groot probleem neergelegd wordt bij overheid en experts die vervolgens een plan maken vóór de mensen van de stad is achterhaald. Dat werkte misschien net na de Tweede Wereldoorlog, maar nu niet meer. Het moet samen met overheid, ondernemers en bewoners.
Maar die samenwerking is in de praktijk nog niet eenvoudig, blijkt uit de ervaringen die een aantal sociaal ondernemers en actieve burgers uit de zaal deelt. Een van de struikelpunten is bijvoorbeeld waardering. Projecten in de buurt vragen om een hoop inzet en energie en worden niet altijd financieel beloond. Er is behoefte aan het financieel veerkrachtig maken van die pioniers die een verandering op gang brengen. En ook het voortijdig betrekken van partijen die achteraf geld gaan verdienen aan de positieve veranderingen ten gevolge van het project, om te voorkomen dat er scheve verhoudingen en teleurstellingen ontstaan.
Het betrekken van de wijk en zijn bewoners wordt herhaald als iets dat zeer belangrijk is in het slagen van de transities. Maar wat wordt er dan van die bewoners verwacht? Een term als energietransitie klinkt complex. En waarom zou je je druk maken over zonnepanelen als je elke dag moeite hebt met rondkomen? Het is een grote uitdaging om de urgentie om te adapteren aan alle veranderingen van de komende decennia te laten landen bij een grote groep mensen in die Rotterdamse wijken. Als optie daarvoor wordt aangedragen dat het vooral gaat om de energie van mensen mobiliseren en hen zelf een betekenis laten geven aan begrippen als veerkracht.
Meerdere malen in het gesprek komt het machtsvraagstuk ter sprake. Enerzijds als een systeem dat gezien wordt als een obstructie voor verandering, anderzijds ook als een systeem dat structuur kan brengen in een samenleving met zoveel uiteenlopende belangen. Een belangrijk onderdeel van het Fieldlab Social Resilience Rotterdam (en het Atelier Rotterdam) zal zijn om bepaalde machtsverhoudingen tijdig op te heffen binnen die experimentele setting om op een specifieke locatie te werken aan een transitie. Want dat het machtsvraagstuk hierbij in de weg zal staan is vooralsnog een hypothese die onderzocht moet worden.
Nog niet wetende dat Feyenoord dat weekend landskampioen zou worden, werd de club een aantal keer aangehaald. En niet zozeer de voetbalclub met hun eerste elftal, maar met name de maatschappelijke projecten die zij doen in de wijk om de jeugd middels sport andere belangrijke vaardigheden aan te leren. Machtsverhoudingen worden in dit werk niet als probleem ervaren. Het logo van de club, dat is macht. Er wordt samengewerkt door verschillende organisaties om het aanbod te leveren dat de jeugd nodig heeft. Maar op zoek naar meer samenwerking zijn ze wel. Hand in hand, voor een gezonde stad.
Het belang voor samenwerking wordt door niemand ontkend. Er worden zelfs heel concrete aanbiedingen gedaan om gezamenlijk op te trekken. Zo biedt de gemeente Schiedam aan om als buursteden die elkaar raken op het Merwe Vierhavengebied samen naar sociale en ruimtelijke vraagstukken te kijken. R’damse Nieuwe biedt zijn netwerk aan, met daarin talloze sociale, innovatieve ondernemers. Er wordt gekeken of het Fonds Rotterdam, matchmaker fonds voor sociale initiatieven, iets kan betekenen. Ook onderwijsinstellingen als InHolland en de Hogeschool Rotterdam werken in labs aan resilience thema’s waarbij aansluiting gevonden kan worden. En dit zijn nog maar een paar voorbeelden.
Zowel het Fieldlab Social Resilience Rotterdam als het Atelier Rotterdam richt zich op het Merwe Vierhavengebied en de omliggende wijken. Hier zal de focus liggen, maar deze locatie zal niet uitsluitend zijn. We zijn ook op zoek naar ‘satellietplekken’. Beide projecten richten zich op de ontwikkeling van de stad. De een vliegt dit aan vanuit de energietransitie, de ander vanuit sociale opgaven als gezondheid (in de breedste zin van het woord), inclusiviteit (bijvoorbeeld het verkleinen van sociaaleconomische verschillen, meedoen) en 21e eeuwse vaardigheden (het voorbereiden van de jeugd op de toekomst en de toekomst van werk in het algemeen). De werkwijze in deze labs kenmerkt zich door ontwerpend onderzoek, vanuit de kennis en ervaringen van alle betrokkenen in het gebied, in een omgeving waar op verschillende vlakken geëxperimenteerd wordt. De lessen die worden opgedaan kunnen ook in andere gebieden in de stad worden ingezet.
Naar aanleiding van de bijeenkomst hebben we met diverse partijen afspraken gemaakt om het gesprek over concretisering van samenwerking te vervolgen. Tot aan de zomer werken we hard aan een plan van aanpak om in september van start te kunnen met het onderzoek. Als je wilt meedoen in het Fieldlab Social Resilience Rotterdam, op welke manier dan ook, neem dan contact op met Andrea Fitskie.